Het is nacht, iedereen slaapt.
Overal zijn de lichten uit en het is stil, te stil.
Behalve op één plaats is er nog licht, hoor je nog een beetje geluid.
Tonk...Tonk...Tonk...
Wenceslas is doodmoe.
Hij stopt even, en kijkt naar de de open plek, recht voor hem.
Hij staat weer recht, en begint weer te werken.
Na enkele uren, ongeveer rond middernacht...
Eindelijk!
Het is klaar!
Zegt hij slaperig.
Opeens valt hij als een blok in slaap, met een bijtel en een hamer in de hand.
Overal zijn de lichten uit en het is stil, te stil.
Behalve op één plaats is er nog licht, hoor je nog een beetje geluid.
Tonk...Tonk...Tonk...
Wenceslas is doodmoe.
Hij stopt even, en kijkt naar de de open plek, recht voor hem.
Hij staat weer recht, en begint weer te werken.
Na enkele uren, ongeveer rond middernacht...
Eindelijk!
Het is klaar!
Zegt hij slaperig.
Opeens valt hij als een blok in slaap, met een bijtel en een hamer in de hand.